Midden in de nacht opstaan, deeg kneden met je voeten, laten rijzen, platslaan, weer laten rijzen en bakken van broden en vlaaien. Sinds 1909 werkt de familie Extra met al hun enthousiasme en vakmanschap in de bakkerij in Puth-Schinnen.

Er zullen nog maar weinig flessen wijn zijn die kunnen zeggen dat ze de Slag bij Waterloo (1815) hebben meegemaakt.

Ook in Swalmen is – als in de meeste familiebedrijven – winstmaximalisatie ondergeschikt aan het welzijn van de medewerkers. Men maakt in deze oude koper- en metaalgieterij liever gewoon mooie dingen zonder al te veel ophef.

Geen superlatief is groot genoeg om het aanbod van ‘wellness provider’ Jacob Hooy in Limmen (de groothandel) en Amsterdam (de winkel) te omschrijven. Hier hebben ze producten die nergens anders te krijgen zijn. Haarlemmer Bruin bijvoorbeeld.

In 1885 begon Ferdinand Holzhaus een winkel in werkman goederen en onderkleding aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam. Van oorsprong Duitser, duurde het niet lang voordat hij de bijnaam ‘De Mof’ kreeg.

Alleen het beste is goed genoeg voor de opdrachtgever, het is een diep gevoelde drijfveer van zowel de directie als de zeer veelzijdige werknemers, die alle mogelijke bijscholing krijgen. Aannemersbedrijf Ouwendijk gelooft in mensen.

De oudste bloemenzaak van Nederland. Daar is er maar één van en die staat in Maastricht. Opgericht door het echtpaar Frissen-Pieters in 1847, wordt het bedrijf nu geleid door Michel Smeets en zijn echtgenote Loes Palant.

Je kunt het ouderwets noemen, maar er is natuurlijk helemaal niets mis met integriteit en degelijkheid. Het zijn eigenschappen die van generatie op generatie Treurniet – van Treurniet Mengvoeders B.V. – worden doorgegeven, net als ondernemerszin.

In 1870 begint Klaas Tiktak – telg uit een schippersfamilie – een eigen kruidenierszaak, waarin hij al snel ook koffie gaat branden en het ziet uitgroeien tot een heus koffie- en thee-imperium.

Ypma Piano’s staat al honderdvijftig jaar bekend om kwaliteit en vakmanschap. Daarin is in al die tijd in niets veranderd. Al is er verder wel héél veel veranderd.

Het begint allemaal in een Rooms-Katholiek weeshuis in Utrecht. In 1895 plaatsen orgelmakers Pieter en Michael Maarschalkerweerd hier een nieuw pijporgel. Jan Elbertse – dan twaalf – mag helpen en is op slag verliefd.

Wie Jan-Willem Tol van Vleeshouwerij B. Tol een slager noemt heeft niet opgelet. De oorzaak: zijn zeer persoonlijke kijk op vlees en vleeswaren.